Werking - magneten bevorderen de doorbloeding
Graag maken wij gebruik van een in het Nederlands vertaald groot citaat uit het recent verschenen boek van Dr. Verena Breitenbach : “Endlich Gesund!”
Magneten genezen echt!
Geheimen in de microkosmos
Al duizenden jaren zweren mensen bij de genezende kracht van magneten. Goed onderzocht is het fenomeen echter bij lange na nog niet. Gelukkig kan de wetenschap dit onderwerp niet langer negeren. Zo hebben wetenschappers aan de universiteit van Virginia (VS) onlangs in klinische experimenten ontdekkingen gedaan, die aanhangers van de theorie van de genezende kracht zeker niet zal verbazen, maar de onderzoekers voldoende bewijs zullen leveren, om de essentiële vragen niet langer uit de weg te gaan.
De wetenschappers hebben ontdekt dat magneten de doorbloeding stimuleren of een regulerend effect op de doorstroming van het bloed kunnen hebben. Ze hebben bovendien geconstateerd, dat uitgerekte aders krimpen en vernauwde bloedvaten ontspannen. Zwellingen en ontstekingen verdwenen, wonden genazen beter en sneller. Krassen en zelfs littekens werden aanzienlijk verzacht onder de invloed van een magneet.
Bijzonder indrukwekkend was het effect bij sportblessures, zodat – en dit is absoluut zeldzaam voor een gevestigd instituut uit de klassieke geneeskunde – de onderzoekers het advies geven, om bij verstuikingen, builen of schrammen afwisselend zakken met ijs en magneten te gebruiken.
Het is nog steeds fascinerend, dat magneetkracht met succes voor zo veel verschillende klachten kan worden gebruikt. De verschillende ziektebeelden krijgen een positieve wending, zodra er een magneet in het spel is. Is magnetische kracht werkelijk een alles genezend middel, waarvan heel veel mensen inmiddels overtuigd zijn, omdat zij het aan den lijve ondervonden hebben? Of is er één factor, die bij alle genoemde genezingsprocessen gelijk is, hoe verschillend ze ook mogen zijn?
Bij de research voor dit boek en bij de vele gesprekken, die voor de samenstelling van de ervaringen werden gevoerd, kwamen telkens weer vier begrippen naar voren: bloed, zenuwen, stofwisseling en water. De wetenschap dringt steeds dieper in de microkosmos door en ontrafelt dagelijks nieuwe geheimen. Misschien ligt hier het antwoord op onze vragen. Ook het aardmagnetisch veld schijnt daarbij een rol te spelen. En in ettelijke verslagen wordt gesproken over het versterkende samenspel tussen magneetkracht en koper.
Om meteen terzake te komen: het antwoord op de vraag, welk causaal effect een kleine magneet in een sieraad op de gezondheid kan hebben, kan in dit boek helaas niet worden gegeven. Of beter gezegd: het antwoord kan nog niet worden gegeven. Er zijn inmiddels meerdere benaderingen die plausibel lijken, maar er zijn nog geen strikt wetenschappelijke bewijzen. Anderzijds zijn de talloze positieve ervaringen met magneetsieraden zo indrukwekkend, dat de auteur niet wilde wachten tot de wetenschap op een dag zo ver zou zijn dat zij gefundeerde bewijzen kan leveren. Of het ooit zo ver komt is nog lang niet zeker, omdat het onderwerp magnetisme voor de financieel draagkrachtige farmaceutische concerns, die dit onderzoek meestal als eerste mogelijk maken, niet zo interessant is.
Bloed – een heel bijzondere vloeistof
Al sinds de oertijd wordt bloed als levenskracht bij uitstek gezien. Tegenwoordig kennen wij de vele functies die het bloed in het lichaam vervult: één van de belangrijkste taken is het transport van zuurstof en de voedingsstoffen naar de cellen. En in de zin van efficiënte logistiek neemt het op de terugweg de afvalproducten uit de stofwisseling mee. Bovendien transporteert het hormonen en andere belangrijke substanties tussen de cellen. Als onderdeel van het immuunsysteem weert het lichaamsvreemde stoffen af en helpt het om te reageren op verwondingen.
Bij de doorstroming door de longen verandert het bloed. Het neemt daar zuurstof op. En precies hier ligt het aanknopingspunt voor het antwoord op de vraag of magnetische kracht invloed op het bloed kan hebben. Dat kan inderdaad! Al in 1935 stelde Nobelprijswinnaar Linus Pauling vast dat de rode bloedlichaampjes, het hemoglobine, magnetische eigenschappen bezat en dat deze eigenschappen – afhankelijk van het zuurstofgehalte – kunnen veranderen. Zuurstofarm hemoglobine bevat ongepaarde elektronen en is daarom paramagnetisch, dat wil zeggen dat zijn aantrekkingskracht onder invloed van een extern magneetveld wordt versterkt. In zuurstofrijk hemoglobine bevinden zich geen ongepaarde elektronen. Daarom is het dimagnetisch en verzwakt onder invloed van een externe magneet, hetgeen tot een afstotingseffect leidt. Deze krachten zijn meetbaar en uitgangspunt van de magneetresonantietomografie (MRI).
Een ander fenomeen in de complexe materie van „bloed en magnetisme“ is onder het begrip „geldrolvorming“ in de literatuur opgenomen. De klassieke geneeskunde herkent hierin geen ziektewaarde, terwijl delen van de alternatieve geneeskunde bij het diagnosticeren wél belang aan deze geldrolvorming hechten. Vast staat echter wel, dat bij het verkleven van rode bloedlichaampjes – en dat is precies wat geldrolvorming is – het totale aandeel van rode bloedlichaampjes dat bepalend is voor het zuurstoftransport, vermindert. Dit kan leiden tot onvoldoende toevoer van zuurstof. Omdat hemoglobine reageert op magneetkracht, is ook in het geval van geldrolvorming beïnvloeding mogelijk, en de positieve ervaringen met magneetsieraden moeten ook in deze context worden gezien.
Het zenuwstelsel – de complexe communicatie van het lichaam
Iedere functie in het lichaam hangt aan veel minder dan het beroemde zijden draadje: aan een zenuw. Via de zenuwen wordt de informatie van alle processen in het lichaam, zowel de bewuste als de onbewuste, doorgegeven. Alles wat wij zien, horen, ruiken en voelen, zijn impulsen, die via de zenuwbanen naar de hersenen stromen en daar worden omgezet in corresponderende beelden, geluiden, geuren en sensaties. Kou, warmte, een goed humeur, haat, liefde – alles vindt via het zenuwstelsel zijn eigen plaats in de beide hersenhelften. Synapsvorming is hier het sleutelwoord. Onderzoek naar deze materie leidt telkens tot nieuwe fascinatie.
Anderzijds wordt de wens van de mens om te bewegen, te stoppen, te grijpen, te spreken, te slikken – de lijst is eindeloos – ook door middel van deze zenuwbanen doorgegeven. Razendsnel worden de berichten naar de plaats van bestemming verzonden, waar de spieren en pezen de commando’s in de gewenste variant uitvoeren.
Bij elke informatiestroom, hoe klein dan ook, die via de zenuwcelvezels van zenuwcel naar zenuwcel wordt doorgegeven, zijn de elektrische impulsen de drijvende kracht. Deze permanente stroom is meetbaar met behulp van magneetvelden, die rondom de cellen ontstaan. Zo geeft het EEG uitsluitsel over de elektrische ontladingen in de hersenen, terwijl bij EMG de activiteit van de zenuwbaan naar de spiercel kan worden gemeten.
In veel gevallen hebben patiënten, van wie het zenuwstelsel op verschillende plaatsen beschadigd is, met magneetsieraden positieve, meestal vergelijkbare ervaringen. De ontmoeting tussen de lichaamseigen en de externe magneetvelden zou daarvoor een verklaring kunnen zijn.
Stofwisseling – energieproductie onder spanning
In iedere mens werken naar schatting zo’n 100 biljoen cellen; per uur worden er 1 miljoen nieuwe cellen gevormd – de kleinste, doch uiterst efficiënte krachtcentrales, die het lichaam door middel van de stofwisseling van de nodige brandstof voorzien. Daarbij wisselt de stof in letterlijke zin: het ruwe materiaal wordt opgenomen en omgezet in nieuwe componenten en in energie. En op de terugweg worden de afvalproducten afgevoerd.
Het transport van de stof gebeurt aan de hand van een ionenuitwisseling door de celmembraan. Dit membraan omhult de cel, schermt deze af tegen zijn omgeving en controleert, wat erin en eruit mag.
Binnenin de cel heerst meestal een negatieve elektrostatische lading, buiten de cel is deze positief. Door dit potentiaalverschil kunnen de ionen heen en weer bewegen: erin en eruit. Door de afzonderlijke ionenkanalen in het celmembraan stroomt een stroom – met een onvoorstelbaar kleine stroomsterkte, maar wel meetbaar. Toen de professoren Neher en Sakmann dit fenomeen ontdekt hadden, was de wereld van de wetenschap zo gefascineerd, dat beiden voor hun Patch-Clamp techniek in 1991 de Nobelprijs voor Fysiologie of Geneeskunde ontvingen.
Als er in deze mini-krachtcentrale storingen optreden, kan dat tot een te hoge of te lage productie van levensbelangrijke substanties leiden. Het gevolg zijn stofwisselingsaandoeningen zoals obesitas, diabetes, jicht of problemen met de schildklier, om er maar een paar te noemen.
Uit ervaringen met magneetsieraden en -accessoires is naar voren gekomen, dat deze stofwisselingsaandoeningen door magneetkracht kunnen verminderen of zelfs helemaal verdwijnen. Klaarblijkelijk hebben de magneetvelden van het sieraad een regulerende werking op de gestoorde velden van de cellen. Alleen al de wetenschap, dat bij de werking van de cel een stroom vloeit en er daardoor onvermijdelijk een magneetveld ontstaat, zou aanleiding genoeg moeten zijn om deze oorzaak en dit effect verder te onderzoeken.